Aminozuren zijn de kleinste bouwstenen van een eiwit. Eiwitten zijn "essentiële bouwstenen van het leven". Maar aminozuren vervullen ook onafhankelijke functionele rollen.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen essentiële en niet-essentiële aminozuren:

• Essentiële aminozuren: moeten via voeding worden verkregen - een Tekorten kunnen niet worden gecompenseerd.
• Niet-essentiële aminozuren: kan in het organisme worden gevormd met behulp van essentiële aminozuren

Essentieel

• Isoleucine (VK)
• Leucine (VK)
• Lysine
• Methionine (SH)
• Fenylalanine (AAS)
• Threonine
• Tryptofaan (AAS)
• Valin (VK)

Semi-essentieel

• Arginine
• Histidine (AAS)
• Cystine/Cysteïne (SH)
• Tyrosine

Niet-essentieel

• Alanine
• Asparaginezuur/
  Asparagin
• Glutamine
• Asparagin
• Glutaminezuur
• Glutamine
• Glycine (Glycocolla)
• Serine
• Proline
• Ornithine
• Taurine
• Hydroxyproline
• Citrulline
• 3-methylhistidine
• L-Theanine
• Glutamine
• Glycine (Glycocolla)
• Serine
• Proline
• Ornithine
• Taurine
• Hydroxyproline
• Citrulline
• 3-methylhistidine
• L-Theanine
• u.v.m.

Aminozuren vervullen drie centrale functies in ons lichaam:

• Structurele taken (anabole functie), d.hde structuur van eiwitten (“proteinogeniciteit”)
• Energieproductie (katabole functie)
• Voorziening van zwavel

Eiwitten kunnen worden ingedeeld in de volgende 7 belangrijke functionele groepen:

De inname van (verteerbare) eiwitten vindt plaats via de voeding. Door middel van eEnzymatische hydrolyse maakt de aminozuren vrij uit de natuurlijke voedingseiwitten, die een mengsel zijn van aminozuren.

De vrijgekomen aminozuren vertegenwoordigen vervolgens de anabool (opbouw, omzetting in het organisme in lichaamseigen eiwit) en katabool metabolisme (energie, stikstof) is beschikbaar.